Duiventoren kasteel Renswoude

Duiven
In de zeventiende eeuw waren er typisch Nederlandse rassen zoals de Hollandse kropper in allerlei varianten, maar voor op de tafel was volgens de Beschryvingen der Duyven uit 1686 vooral de oorspronkelijk Turkse Bagadet in trek. De anonieme auteur bezingt de culinaire kwaliteit van deze duif, waarvan het vlees niet te onderscheiden is van wildbraad, fazant of korhoen. Een hapje voor ’eene fyne tongh’,een echte lekkerbek dus. Overigens zou De Chalmot de Bagadet een eeuw later vooral als briefdrager (postduif) aanprijzen.

Het houden van duiven had nog een voordeel. Hun uitwerpselen waar we nu zo’n hekel aan hebben, werden verzameld en voor veel geld verkocht. Duivenmest heeft een bijzondere samenstelling, waardoor het geschikt is voor de teelt van tabak en andere gewassen zoals hennep. De mest is zo krachtig dat hij vermengd moet worden met andere stoffen, want anders verbranden de gewassen. In Nederland werd vanaf begin zeventiende eeuw tabak geteeld, het eerst rond het Zeeuwse stadje Veere, en kort daarna rond Amersfoort en verder oostwaarts langs de Utrechtse Heuvelrug tot in Gelderland en Overijsel toe. Napoleon maakte begin negentiende eeuw een eind aan de Nederlandse tabaksteelt. Ondanks korte oplevingen, zoals tijdens de tweede Wereldoorlog, is die nooit meer hersteld. De mest was overigens ook financieel interessant omdat het grondstof was voor de productie van buskruit, vanwege de salpeter die eruit gewonnen werd. 

Maar het was voor iedereen, wie dan ook, verboden om duiven te schieten, op straffe van een flinke geldboete en verbeurd verklaren van het jachtgeweer.

Kasteelbos
Kasteelbos Renswoude is oorspronkelijk aangelegd in de Hollands classicistische stijl. In 1708 is het park gewijzigd in de geometrische Franse barokstijl, met rechte lanen, het grand canal en een sterrenbos. Het grand canal is met zijn lengte van 750 meter een natte variant van de zichtas.

Tussen 1816 en 1818 is het park, vermoedelijk door J.D. Zocher ‘gemoderniseerd’ in de Engelse landschapsstijl. Hierbij zijn veel rechtlijnige elementen omgevormd in glooiende en gebogen lijnen. Het besloten park werd ‘opengebroken’, zodat ook het omringende landschap visueel een deel van het park kon worden.

In het huidige park zijn beide stijlen nog goed herkenbaar. Het park aan de voorkant van het kasteel bevat nog de meeste barokelementen, hier aan de achterzijde van het park is met de grote vijverpartij en de solitaire bomen voornamelijk landschappelijk ingericht. In het kasteelbos staan veel oude loofbomen met een gemiddelde leeftijd van 150 jaar. Op de bosbodem groeien stinsenplanten, zoals bosanemoon, sneeuwklokje en winterakoniet. In de hoge beuken van het kasteelbos nestelt een kolonie roeken. Rond het kasteelbos ligt een kleinschalig landschap met bosjes, weiden, houtwallen en laaglandbeken. Het grand canal grenst aan de Grebbelinie, een verdedigingslinie uit de zeventiende eeuw.

Bronnen:
Duiventoren, https://rijksmonumenten.nl/monument/509379/kasteel-renswoude-duiventoren/renswoude/ 
Kasteelbos, https://utrechtslandschap.nl/natuurgebieden/kasteelbos-renswoude/meer-informatie
Plattegrond kasteelbos komt uit het rapport: Historisch Onderzoek Lanenstelsel Kasteel Renswoude © 2014, Debie & Verkuijl tuin- en parkrestauratie, Renswoude.