Halifaxmonument

Halifax
De crash van de Halifax bommenwerper op boerderij De Wetering aan de Kerkstraat is een gebeurtenis die een grote impact heeft gehad op veel mensen in Renswoude en ver weg in Engeland. 

In de nacht van 22 op 23 juni 1043 steeg een Halifax bommenwerper op vanuit Breighton (Yorkshire, Engeland) om de stad Mülheim (Duitsland) te bombarderen. Mülheim lag in het Ruhrgebied, waar staalfabrieken stonden voor de wapen- en munitie industrie. In 1943 hadden de geallieerden de macht in de lucht grotendeels op de Duitsers heroverd. 

Aan boord waren zeven jonge mannen in de leeftijd van 19 tot 24 jaar: de piloot vloog zijn tweede vlucht en overige zes hun eerste. Op weg naar Duitsland werden zij geraakt door luchtafweer geschut op Soesterberg / Rhijnauwen en daarna onder vuur genomen door een Duitse jager, die ze ergens boven Woudenberg verder beschadigde. Het vliegtuig met al zijn fosforbommen en andere zware munitie vatte vlam en ging richting Renswoude. Ooggetuigen gaven aan dat de laatste minuten een hel moeten zijn geweest.     

Ooggetuigen 
Gert van Beek de kruidenier, vertelde dat ze zeer laag over de Dorpsstraat en zijn huis zijn gevlogen. Brand Vink lag op bed en hoorde het geschreeuw van de bemanning in doodsnood boven de motoren uit. Henk van den Brandhof was ook een directe ooggetuige van de brand van de boerderij. Henk is geboren op boerderij ’t Hof en verteld: “Onze moeder liep vaak ’s nachts buiten als de vliegtuigen overkwamen en ook deze nacht. Plotseling hoorde we haar schreeuwen: "Er valt er een!" We vlogen het bed uit en liepen richting het dorp. Daar kwamen we Gart Vlastuin en zijn vrouw al tegen en Jan van  Mourik liep er ook al naar toe. De boerderij stond in lichterlaaie, ook de schuur ernaast en er viel niet veel meer te redden”.

Geborgen
In de volgende dagen  werden de lichaamsresten in zes kisten gedaan. Dit werd o.a. gedaan door de toenmalige rijksveldwachter/jachtopziener Kees van de Kaa. Hij kreeg opdracht van een Duitse officier om de resten in kisten te doen. Het was een van de ergste opdrachten die hij gedurende zijn leven moest vervullen. Een bemanningslid werd pas na enkele dagen gevonden in een sloot. De stoffelijke resten zijn samen in Leusden op begraafplaats Rusthof in een gezamenlijk graf begraven. 

Gewond door vliegtuigbom
Enkele Renswouwse jongens gingen ‘Scheumen’ tussen de puinhopen. De jongens gooiden de mooie prachtige zeshoekige glimmende brandbommen in de koeiengrup en daar gingen ze af. Jaap van Voorst gooide er nog een fosforbom in. Die verwarmde het puin en onder het puin lag een grote bom die afging. 

Wijnand Vink, Wim Hoogeweg en Joop van Raaij stonden op minder dan een meter van de ontploffing. Wijnand vertelde “Er kwam een heel harde knal en een steekvlam zo hoog als een boom. Ik werd verblind al mijn haar kwijt, geen wenkbrauwen meer, niets. Maar wonder boven wonder kreeg ik geen granaatscherven. Ik rende naar huis en dat gaf wat verkoeling door de wind. Wim Hoogeweg kreeg granaatscherven in zijn lichaam en heeft daar jarenlang mee rondgelopen, omdat opereren gevaarlijk was. 

Joop van Raaij was zeer ernstig gewond aan arm en borst en zijn moeder kwam erbij en dacht dat haar kind kwam te overlijden. Dokter De Waard kwam erbij en hij werd afgevoerd naar het ziekenhuis door de ambulance van De Haas. Hij kwam erbovenop en hield een raar oortje over. Blikoortje was een bekende strijder tijdens de Boerenoorlog in Zuid Afrika en daar werd hij naar genoemd.                                                                                                                      

Bronnen:
Ledenblad  Het ouwe Renswou september 2013
Boerderijenboek (2019), blz. 494-498