Heerenhuis en Hofstede De Engelaar

De drie ‘dronken’ juffrouwen van De Engelaar
Rond 1700 erfde Jan Frederik van Beeck De Engelaar samen met drie ongehuwde zusters Cornelia Maria, Hendrina Johanna, Anna Catharina en Maria hofstede Engelaar. Dit zouden de zogenaamde drie dronken freules van de Engelaar zijn geweest. 

In de familie van Becck hadden door de eeuwen gezondheidsproblemen. In 1809 werd Jan Frederik van Beeck Calcoen (1772-1811)  namens de koning het eerste professoraat in de hogere wis- en natuurkunde aangeboden van de Koninklijke Militaire School in Den Haag. Hij kon deze eervolle betrekking niet aanvaarden, onder meer in verband met zijn slechte gezondheid en overleed op 38-jarige leeftijd. 

Zijn oudste zoon Jan van Beeck Calkoen (1805-1874) werd op 8 juni 1859 door de Staten tot lid van de Eerste Kamer gekozen, maar hij nam deze benoeming niet aan, vermoedelijk in verband met zijn toenemende doofheid. Ook vier van zijn vijf kinderen waren doof of doofstom. 

Het enige horende kind was Arnoud Willem van Beeck Calkoen (1843-1922) was daardoor geïnteresseerd in opleidingsmogelijkheden van dove kinderen; hij was onder andere (kas)beheerder van het Instituut voor Doofstommen. 

Doofheid kan erfelijk zijn, of veroorzaakt worden door een ziekte of een ongeval. Voorbeelden van erfelijke vormen van doofheid zijn het syndroom van Usher, het syndroom van Waardenburg en de ziekte van Van Buchem. In sommige families komt de erfelijke doofheid meerdere generaties voor, soms tot in de 17e generatie. 5% van dove kinderen heeft twee dove ouders, nog eens 5% heeft 1 dove ouder. In geïsoleerde gebieden of in bepaalde geloofsgemeenschappen kan doofheid relatief vaker voorkomen als gevolg van inteelt. 

Terugkomend op de ongehuwde Hendrina Johanna, Cornelia Maria en Maria van Beeck van de Engelaar. De dames zijn waarschijnlijk doof of doofstom geweest vanwege de erfelijke doofheid dit blijkt uit de verdere familiegeschiedenis. Sommige dove mensen hebben geleerd te praten, vaak is het niet zo duidelijk verstaanbaar als bij niet-doven. Vandaar dat we voortaan beter kunnen spreken van drie dove juffrouwen van De Engelaar. Gehandicapten werden doorgaans weggestopt in een klooster of andere instelling, echter de zorgzame familie Van Beck Calkoen verzorgden de driegezusters op hofstede Engelaar.

Bronnen:
Ledenblad  Het ouwe Renswou september 2018 
Boerderijenboek (2019), blz. 321-336